1886 Soedaneesch militair orkest

Aantal personen: 14 mannen.
In Nederland: november-december 1886.
Impresario: A. Gindi.


Haarlemsch Advertentieblad, 1 december 1886.

Vermaak
Waarschijnlijk deed deze groep muzikanten naast Nederland ook Denemarken en Duitsland aan. 1Zo waren zij vlak voor hun komst naar Nederland in juni 1886 te zien in de Kaisersgarten in Keulen.2 In Nederland deden zij vijf steden aan, waaronder Groningen en Amsterdam. In Nijmegen en Haarlem was de groep te zien in een sociëteit. Leden van de societeiten konden de voorstelling bezoeken voor fl 0, 50 cent, niet-leden betaalden fl 0,99 cent. In de advertenties is als directeur vermeld ‘M.A. Gindi’ – een naam die niet met andere volkerenshows in verband kan worden gebracht. 

Vertoon
Het orkest bestond uit veertien mannen in uniform. De Provinciale Drentsche en Asser Courant omschreef dit als ‘roode huzarenrokken met geele snoeren, witten tulband, donkerblauwe broeken met geel afgezet en roode slobkousen.’3 ‘[…] een prachtig stel Pieter-mijn-knechts!’ aldus De Tijd.4 De verslaggever van de Leydse Courant had eenzelfde associatie: ‘In de Stads-gehoorzaal kregen we gisteravond eene herinnering aan dezen zwarten knecht van: St. Nicolaas. Wellicht had een hunner – zooals ze daar waren uitgedost – als model voor dien gevreesden gezeten.’  5

De veertien mannen bespeelden ‘bij al de beschaafde volken in gebruik zijnde houten en koperen blaas-instrumenten’ 6 en hadden een repertoire van achttien nummers: walsen van Strauss, marsen en polka’s – afgewisseld met ‘landsliederen’  als het ‘Schlachtgebet des Mahdi’. 4 De muzikanten sloten het concert af met een toegift: een ‘uitstekende uitvoering’  van het Nederlands volkslied. 7

Vertoog
Verschillende advertenties namen een lijstje op met de tien ‘stammen’ waartoe de orkestleden zouden behoren; bij de njam-njam is tussen haakjes toegevoegd: ‘ vroegere menscheneters.’ De Leeuwarder Courant haalde het programmaboekje aan, waarin werd opgemerkt dat ‘deze negers […] reeds in hunne prille jeugd door slavenhandelaars van hunne ouders gekocht of gestolen waren’ 8 Zodoende waren de muzikanten die de toeschouwers op het podium zagen ‘tot voor weinige jaren nog louter onontwikkelde negers’ 9 Bezoekers werden gewaarschuwd geen ‘hooge verwachting te koesteren’ 10 of ‘hoog muzikaal genot’  te verwachten.7 Eerder diende het concert als bewijs dat mensen die ‘tot de zwartse zwarten behooren’ 11 ‘menschen van zóo weinig ontwikkeling’ 12 ‘voor een zekere muziekbeschaving vatbaar’ waren 10 waren. Verslaggevers benadrukten dan ook de ‘beschaafde toon’ waarop de muzikanten de stukken speelden.

  1. Rikke Andreassen, Human Exhibitions. Race, gender and sexuality in ethnic displays (Farnham 2015) 24.
  2. Provinciale Drentsche en Asser courant (19 november 1886).
  3. Provinciale Drentsche en Asser Courant (19 november 1886)
  4. De Tijd (30 november 1886)
  5. ‘Negerconcert’, Leydse Courant (1 december 1886.
  6. Leidsch dagblad, 1 december 1886
  7. Leydse Courant (1 december 1886).
  8. Leeuwarder Courant (27 november 1886).
  9. Nieuws van den dag (24 november 1886) en Leydse Courant (1 december 1886).
  10. Algemeen Handelsblad (23 november 1886).
  11. Algemeen Handelsblad (29 november 1886)./
  12. Leydsche Courant( 1 december 1886).
error: