Het Bataviaasch Nieuwsblad maakte in 1871 melding van een optreden van een gezelschap waarin Japanse acrobaten waren te zien. In de advertentie gespeld als ‘de ‘koninklijke Tykoon’, gaat het naar alle waarschijnlijkheid om het gezelschap ‘The Tycoon Japanese Troupe’. De vermaarde Matsui Gensui, dertiende generatie in een geslacht van acrobaten, stond aan het hoofd van dee groep. In een blogbericht achterhaalde Lelsley Downer dat Matsui Gensui met zijn groep in december 1866 per boot van Japan naar Southampton reisde. 1
Aya Mihara wijst op het belang van dat vroege jaartal. In de geschiedschrijving wordt het grote belang benadrukt van 1868, het jaar dat keizer Meiji (1852-1912) een einde maakte aan de isolatiepolitiek van Japan, die tweeëneenhalve eeuw had geduurd. Mihara schrijft dat de aanwezigheid van Japanse acrobaten in Europa toont dat de laatste shogun al de belangrijke beslissing nam om Japanse burgers toestemming te geven het land te verlagen. Mihara vervolgt dat het een riskante en kostbare onderneming was, maar dat Japanners in dienst werden genomen door westerlingen die hen op podia lieten optreden, omdat zij als nieuwe sensatie veel geld konden opbrengen. 2
Na een tournee door Engeland waren de kunsten van Gensui en zijn groep in 1867 te bewonderen op de wereldtentoonstelling van Parijs, alwaar ze de naam van ‘Tycoon Japanse Troupe’ aannamen.