Rea Brändle (1953-2019)

‘Wie hat man sich eine Völkerschau im Detail vorzustellen? Dabei bemühte ich mich, einen ruhigen, sachligen Ton zu finden. Nicht um wertfrei zu bleiben, eine unaufgeregte Beschreibung schließt Kritik nicht aus, sondern im Gegenteil, die Fokussierung auf die Gegebenheiten mit all ihren Details enthält meines Erachtens mindestens so viel Kritik wie eine wortreiche Entrüstung.’

Rea Brändle, Wildfremd, Hautnah (Zürich 2013), 12.

Duitstalige publicaties overziend, kan gesteld worden dat Rea Brändle de belangrijkste onderzoeker was op het gebied van völkerschauen in Zwitserland. Haar vroegtijdig overlijden is -in alle opzichten- een groot verlies.

In haar eerste werk ‘Wildfremd, Hautnah‘ bracht Brändle een groot aantal volkerenshows in kaart, het werk sloot af met een
gedetailleerde lijst waarin data, locaties, aantal deelnemers en alle Europese steden die de show aandeed zijn samengebracht. Dergelijke lijsten zijn typerend voor het Duitse onderzoek naar volkerschauen, maar Brändle bracht het verhaal achter deze feiten tot leven te brengen op de ‘ruhigen, sachligen Ton’ die zij voorstond. Van grote waarde is haar werk over de Togolees Nayo Bruce, die van 1895-1919 in meer dan 220 steden te zien was in volkerenshows, side shows, variététheater en kermissen.

Delpher – Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, 4 oktober 1907

Brändle merkte in haar boek op dat het niet mogelijk was alle optredens van het gezelschap in de jaren 1907-1911 te reconstrueren. Via Delpher kon ik achterhalen dat Bruce en zijn groep in 1906-1907 en in 1909 in Nederland te zien waren. In 1906 deden zij de kermis aan van Heerenveen en Etten, in Den Haag en Rozendaal was het huis waar ze verbleven toegankelijk voor bezoekers.

Geheugen van Nederland, omschrijving: ‘HL 3230-2 Surinamer in Amsterdam, 1909.’ Foto uit tijdschrift ‘Het Leven’, waarschijnlijk gaat het om twee leden van de groep ‘Mandigo krijgers’.

In 1909 leidde Bruce de zogeheten ‘Mandigo krijgers’, ze trokken langs vijf Nederlandse steden en waren van 12 september – 10 oktober te zien in het Tolhuis aan het IJ te Amsterdam.Via ‘het Geheugen van Nederland’ vond ik een foto uit tijdschrift ‘Het leven’. In het bijschrift worden twee mannen die door een Amsterdamse straat lopen omschreven als ‘Surinamers in traditionele kleding’. Het tijdschrift heb ik nog niet kunnen inzien, maar de beschrijving spreekt tevens over ‘Een paar negers uit het “kamp” in ’t Tolhuis.’ Het lijkt mij dat op de foto twee leden van de groep van Nayo Bruce zijn vastgelegd. Ik had het willen voorleggen aan Brändle, tot mijn spijt ben ik te laat.

2012 – Völkerschau im Zoo

Dit fragment is afkomstig uit de langere documentaire ‘Wir und der Zoo’ (2012) over de dierentuinen in het Zwitserse Zürich en Basel. Er wordt een bezoek gebracht aan het stedelijk archief van Basel, dat de foto’s beheert van de Zoologischen Garten Basel. In dit fragment worden vijf foto’s (14.15-14.51 minuten) getoond van een völkerschau van de groep ‘Krieger des Mahdi’ uit 1898. Uit de eerste foto wordt duidelijk dat de schau plaatsvond achter een omheining – zodat de Afrikanen op verre afstand bleven van de bezoekers. De vólkerschau in de dierentuin van Basel was onderdeel van een grote Europese rondreis, waarbij de groep ook Amsterdam aandeed. Van 13-25 september 1898 was de groep, bestaande uit 35 personen, te zien in de Tolhuistuin.

Vervolgens is in het fragment te zien hoe in het archief een affiche wordt uitgevouwen (14.54-15.12 minuten) waarop een völkerschau van de ‘Sara Kaba’ wordt aangekondigd. Ook deze groep deed meerdere steden in Europa aan en was in 1931 in onder meer meer Groningen, Doetinchem, Enschede en Alkmaar te zien.
De documentairemakers laten Balthasar Staehelin aan het woord, auteur van de in 1993 verschenen studie ‘Völkerschauen im Zoologischen Garten Basel, 1979-1935’ (16:40-18.33 minuten). Staehelin benadrukt hier dat de völkerschauen fungeerden als een “publieksmagneet” voor de dierentuin. Het fragment eindigt met de laatste völkerschau in de dierentuin van Basel: een groep Marokkanen in 1950.

1880 ‘Nubiërs’


R. Riedel, Nubiër, 1880. Gemaakt in Zürich. Collectie Wereldmuseum – Nationaal Museum van Wereldculturen, inv.nr. WMR / 906564.

Carl Hagenbeck organiseerde in 1878 zijn tweede völkerschau, waarvoor hij ‘Nubiërs’ koos. In de beschrijving van twee portretten uit de collectie van het Wereldmuseum te Rotterdam, is opgenomen dat foto’s gemaakt zijn Zürich, augustus 1880. Uitgaande van deze locatie en datum gaat het hoogstwaarschijnlijk niet om de tweede völkerschau van Hagenbeck, maar om  een show van zijn concurrenten: de gebroeders Willy en en Heinrich Möller. 1

Evenals Hagenbeck bezaten de Möllers een dierhandel in de wijk St. Pauli in Hamburg. Willy Möller reisde naar de regio Soedan af voor de jacht op roofdieren en verzond deze naar Triëst of Marseille. Vervolgens gingen de dieren op transport naar Hamburg, waar Heinrich Möller ze verkocht aan menagerieën en dierentuinen. 2

Voor de völkerschau van 1880 had Willy Möller ‘tien mannen en twee vrouwen van verschillende stammen’ geworven. In navolging van Hagenbeck presenteerden de Möllers de groep als ‘Nubiërs’,  het klonk primitiever dan Soedanezen en hield een belofte van exotiek in zich. Echter, de mensen die werden geworven behoorden tot de christelijke en islamitische bevolkingsgroepen en spraken vaak uitsluitend Arabisch. 3

De twaalf mensen werden in deze völkerschau getoond met ruim  dertig dieren,  waaronder zes dromedarissen, drie giraffes, drie apen en twee kleine olifanten. 4

error: