1868 Risley’s Japansch Gezelschap

Delpher Kranten – Algemeen Handelsblad 05-03-1868

‘Professor Risley’ is een belangwekkende figuur in de circusgeschiedenis. Richard Risley Carlisle was een Amerikaanse acrobaat, die ook in Europa optrad. In Delpher zijn advertenties uit 1844 te vinden van een optreden van ‘Professor Risley en zijn zonen’. Met de tournee die hij in 1857 in Australië begon, zou hij geschiedenis schrijven.

Risley zou jarenlang in Azië verblijven. In Delpher zijn advertenties te vinden waaruit blijkt dat Risley in oktober 1861 en juli 1862 ‘atletische voorstellingen’ gaf in toenmalige Nederlands-Indië. De eerste zin van de advertenties luidt dan ook: ‘Met toestemming van den resident van Batavia’.

Delpher Kranten – Java-bode : nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie 30-11-1861

Tegen oktober 1863 bereikte Risley de havenstad Shanghai, met een gezelschap dat uit twaalf mensen bestond. Het gezelschap werd ondergebracht in het kwartier voor buitenlanders, maar door de strenge winter werden circusartiesten ernstig ziek – anderen besloten Risley vaarwel te zeggen. In maart 1864 kwam Risley in Japan aan. Niet alleen bracht hij westerse circuselementen naar Japan, omgekeerd kon hij traditionele entertainers aan het werk zien: Japanse evenwichtskunstenaars, jongleerders, acrobaten en goochelaars trokken naar Yokohama om hun kunsten te vertonen.
In 1866 trok de Japanse overheid het edict in dat de eigen burgers verbood om het land te verlaten. Hierop stelde Risley een gezelschap samen, de Imperial Japanese Troupe, waarmee hij het westers publiek wilde veroveren. De groep trad in 1867 op in San Fransisco en tot juli in New York. Ze zetten hun reis voort richting de wereldtentoonstelling in Parijs. 1

De Nederlandse advertenties vermeldden de optredens van de groep in het Cirque Napoleon tijden de wereldtentoonstelling. Eind februari begonnen de voorstellingen in Rotterdam. De lange advertentie in de Nieuwe Rotterdamsche Courant benadrukte eerst de grote hoeveelheden bezoekers die het gezelschap over de hele wereld trok. Een letteraffiche uit de collectie van het Stadsarchief Rotterdam vermeldt het hele programma:

GAR01:1868-03-26 (Letteraffiche), Letteraffiches van de Grote Schouwburg te Rotterdam 1791-1887, Gemeentearchief Rotterdam

Vanaf begin april 1868 was het circus van ‘Professor Risley’ in Groot-Brittannië te zien. De advertentie uit het Algemeen Handelsblad eerder dat jaar en het affiche voor de Britse optredens bevatten dezelfde elementen:

Collectie British Museum, Evan.489


1913 Aus Unseren Kolonien

Adolph Friedländer (1913) Circuscollectie Allard Pierson Museum, inv.nr. TEY0010001341.

Rond 1900 vormden ‘pantomimes’ of Manege Schaustücke’ een hoogtepunt in Duitse circusvoorstellingen. Met name Circus Busch profileerde zich met deze intermezzo’s tussen de clowns, koorddansers, acrobaten en andere artiesten. De pantomimes waren minstens even spectaculair: acrobatiek werd afgewisseld met massascènes waarbij zowel mensen als dieren betrokken waren, gevolgd door dans en krijgerstaferelen. De pantomimes waren gebaseerd op historische gebeurtenissen of klassiekers uit de literatuur of het toneel. 1

Vanaf het begin van de twintigste eeuw speelden de stukken in op de actualiteit; ontwikkelingen op het wereldtoneel waren voor een toenemend aantal mensen te volgen via nieuwsbladen en tijdschriften. 2
De koloniale politiek van het Duitse Keizerrijk (1871-1918) vond zo zijn weg naar de piste. In hetzelfde jaar waarin de volkerenmoord op de Herero plaatsvond (1904) bracht Circus Busch de pantomime Sud-West-Afrika. Het manegestuk Aus Unseren Kolonien (1913) diende ter meerdere eer en glorie van Duitse zendelingen. Het programmaboekje roemde hun werk:

‘Opfermutige sind es, die sich des grossen Werkes der Zivilisation in Afrika annehmen! Bewundernswert ist die Selbstlosigkeit, mit der sie sich ihrer Aufgabe widmen [..]. ‘Völkerschaften, namentlich im inneren des Landes sind von ungezähmter Wildheit und voll Raublust’ […] 3

Onderdeel van de manegestukken was het dresseren van roofdieren – het temmen van het wilde dier werd zo een metafoor voor het onderwerpen van de koloniale ‘Eingeborene’ (‘inlander’). Wellicht om die reden tonen de twee affiches uit de collectie van het Circusmuseum met name geweld.

Adolph Friedländer (1913), Circuscollectie Allard Pierson Museum, inv.nr. TEY0010001340.

1860 ‘Chin-Fou-Goung’

Aantal personen: 2
In Nederland:  mei – september 1860

In 1976 nam Marja Keyser een aantal voorbeelden op van niet-westerse mensen die op de kermis te bekijken waren in haar boek Komt dat zien! Keyser noemde onder meer het voorbeeld van een Chinese broer en zus,  aangekondigd als Chin-Fou-Gong en voor het gemak prins Paul en prinses Pauline genoemd.1

Het is niet bekend of de ‘prins en prinses’daadwerkelijk afkomstig waren uit China, bezoekers konden Frans of Engels met hen spreken. Keyser noemde als jaar van optreden 1859, maar in Delpher zijn advertenties te vinden uit het jaar 1860.


Delpher Kranten – Leydse courant 23-07-1860

Uit de aankondigingen blijkt  dat de broer en zus te zien waren  in de Koninklijke Schouwburg van Den Haag, waar ze een rol speelden in het ‘tooverkluchtspel’ De nalatenschap van doctor Faust. Het optreden werd bijgewoond door Hare Majesteit de Koningin, 2 waarna ‘de prinsen van Oranje en Hendrik schriftelijke bewijzen gaven van hunne hooge tevredenheid over hunne voorstellingen’. 3 Het tweetal deed Leiden, Utrecht en Rotterdam aan voor zij neerstreken in de hoofdstad.  ‘Het is een schouwspel van verrassenden aard, wanneer zij, gezeten in hun Miniatuur-Hofrijtuig […] zich vertoonen aan de blikken van de nieuwsgierige menigte en uit hunne Koets stappen […]’, aldus een advertentie in het Algemeen Handelsblad.

Affiche (1857) Bibliothèque nationale de France.


Een affiche uit de collectie van de  Bibliothèque Nationale de France uit 1857 heeft naar alle waarschijnlijk de broer en zus als onderwerp die ook in Nederland te zien waren. Ze worden aangekondigd als de ‘Chinese prinses en prins’ en zitten achterin de koets. Hij in zwarte kledij, zij in het rood met een witte waaier in haar handen. De vier paarden die de koets trekken reiken niet hoger dan het middel van de toekijkende, Europese, man. Andere verhoudingen zijn gebruikt in een afbeelding in het bezit van het Stadsarchief Rotterdam, waar de ‘prins en prinses’ op de voorgrond staan en achter hen de deur van een koets geduldig wordt opengehouden.

Le prince et la princesse Ching-Fou-Goung descendant de leur equipage, Stadsarchief Rotterdam. 4080_XXXIV-28-00-02 .

Workshop ‘Circus van beeld naar woord’

Op vrijdag 24 augustus 2018 volgde ik de workshop ‘Circus van beeld naar woord’, onder leiding van Floortje Bakkeren. De workshop was onderdeel van de ‘Summerschool History of the Book’, die wordt georganiseerd door de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Tot en met 31 augustus 2018 vindt de negende editie van deze zomerschool plaats, maar voor mij was het de eerste keer. Vandaar dat ik tijdens de workshop van de ene verbazing in de andere viel.

Lees verder “Workshop ‘Circus van beeld naar woord’”
error: